Wat is een goed bed toch heerlijk. Uitgerust springen we ons
bed uit. We hebben er zin in.
Het Pelgrimshuis |
Heerlijk met Huug en Anna aan het goed verzorgde ontbijt aan
een met zorg gedekte tafel. De tuindeuren staan wijd open en een zacht muziekje
klinkt. Het Pelgrimshuis is eigenlijk een plekje waar je langer zou willen
blijven. De eigenaars zijn zulke vriendelijke mensen. Toch nemen we afscheid
van Huug en Anna en zwaaien de eigenaars ons samen uit. Op richting
Montfort. Net zoals voorgaande dagen
begint weer die zeurende pijn in mijn rechterbeen. Lastig om tegen Nel te
zeggen. Ik sjok door en heb weinig oog voor de omgeving. Zo veel ik kan praten
zo stil ben ik nu. We moeten vandaag nog een heel eind. Misschien loop ik er
vandaag weer doorheen.
Hoeveel moed ik mezelf probeer in te praten mijn been werkt
niet mee. De lange beukenlaan bied wat verkoeling maar er is nergens een bankje
te zien. Ik zie een meneer in zijn tuin aan het werk en op zijn strak gemaaid
gazon staat een houten tuinset. Ik zet me over mijn schaamte heen en vraag met
een benepen stemmetje of ik alsjeblieft even mag zitten. De man nodigt ons
hartelijk uit en hij vraagt gelijk wat we willen drinken. We ontmoeten alleen
maar vriendelijk behulpzame mensen. Niks geen stugge Limburgers.
Ruïne van Montfort |
Ik probeer het weg te lachen maar door pijn en een beetje
frustratie biggelen de tranen even later over mijn wangen. Nel zegt dat we
kunnen stoppen. Het moet leuk blijven maar gelijk opgeven….soms ben ik een
eigenwijs en trots mens. De man vraagt of hij de huisarts moet bellen..de
huisarts… ik verslik me bijna in mijn koffie. Ik bel Onno van de Rozenburcht maar. Ik vertel hem wat ik voel en waar de pijn zit. Kijken of het gaat is zijn
advies maar niet over mijn grens gaan! De bewoner brengt een zak ijs en ik
knoop het vast met een T-shirt om mijn been. Hij wil ons naar de trein brengen.
Ik heb inmiddels totaal geen gevoel aan de buitenkant van mijn been maar de
pijn is minder dus toch proberen maar. Als het straks echt niet gaat nemen we
de bus…over 7 km. Ik bewonder Nel voor haar begrip en haar geduld. Ik loop voor
Nel uit en zo’n 2 km gaat dat aardig. Bij het eerste bankje wil ik niet gelijk
gaan zitten. En op de volgende zitten twee Polen aan het bier…en om daar nu in
een stil bos naast te gaan zitten is geen slim idee. Even later plof ik toch
maar onder een eikenboom neer. Ik lig in allerlei rare houdingen. Nel zegt niks
en knijpt hem… wat nu…. Opeens komt er een oudere meneer met twee hondjes als
een soort reddende engel uit het bos. Ik ben niet langer eigenwijs en we grijpen
de kans als hij aanbied dat hij ons naar
de trein wil brengen.
Aspergevelden |
Tuin bij het Pelgrimshuis |